Kerst, oud en nieuw en Zuidereiland deel 1

Gelukkig nieuw jaar allemaal! Lekker laat, maar dit is de eerste update van 2017, dus ik kan het nog zeggen, ook al zijn we al twee maanden in 2017. Het is nu namelijk 1 maart, maar het voelt veel korter dan twee maanden, time flies when you’re having fun! En fun heb ik tot nu toe zeker gehad in 2017.

Maar ook 2016 ben ik goed geëindigd. De dag van mijn laatste update ging ik samen met de jongste twee kinderen en hun moeder naar het vakantiehuis van haar broer. Na een ochtend vol inpakken, wat echt chaos is met twee jonge kinderen om je heen, reden we rond elf uur weg met een niet normaal volgeladen auto naar het noorden. Het vakantiehuis was in het plaatsje Mangawhai Heads (de w en h samen spreek je uit als een f, Maorisch). Vrij veel mensen uit Auckland hebben een vakantiehuis in het noorden en zelfs in dit kleine plaatsje waren ook twee andere gezinnen die ik ken die daar een vakantiehuis hebben. Een van hen zijn onze buren in Auckland, die dus ook een au pair hebben, en zij woonden daar een kwartiertje bij ons vandaan. Eenmaal in het huis aangekomen waren we vrij moe van de ochtend inpakken en de bijna twee uur durende rit, dat we nadat we alle spullen hadden uitgepakt even rustig gingen genieten. Vanaf het balkon van het huisje hadden we een prachtig uitzicht over de zee en ook van binnen in de eetkamer kon je dit uitzicht goed zien.

Ondertussen was het zo’n 24 graden, maar het voelde als 30. Een heerlijk vakantiegevoel dus, maar dat moest ook wel want voor hen was het echt zomervakantie. Omdat ik niet zo goed ben in niets doen, besloot ik het dorpje maar even te verkennen en ben ik naar het strand gelopen. Het is daar zo vredig in vergelijking met Auckland, haast geen auto’s en mensen, alleen het geruis van de zee op de achtergrond. Even later in de middag wilden de kinderen en de moeder ook even het huis uit, dus gingen ze mij een paadje door het ‘bos’ laten zien en een paar stranden. Zij noemden het een bos, maar het was meer gewoon een groepje bomen met een paadje erdoorheen. Het paadje leidde ons echter wel naar een geweldig strand. Nadat we een super steile trap waren afgelopen, verscheen me daar toch eens een mooi strand.

Als het eb is kun je van dit strand om de rotsen naar het volgende strand lopen, maar het was nu vloed, dus moesten we bovenlangs door het ‘bos’ naar het volgende strand. Het volgende strand lag vol met kwallen en eitjes van vissen. De kinderen vonden dit echt geweldig. Even verderop was een steiger waar we heen liepen, want de vorige keer dat de kinderen hier waren, hadden ze daar een rog gezien en we wilden kijken of we er vandaag ook een zagen. En inderdaad toen we er aankwamen was er een man aan het vissen en het eerste was hij tegen ons zei, was dat er een rog zat. En ja hoor daar zwom een flinke rog voorbij. Toch wel bijzonder, omdat het niet direct de zee was waar die zwom, maar dit stuk water was een kleine uitloper van de zee naar het dorpje. De visser zelf had twee vissen gevangen en ook dat vonden de kinderen heel fascinerend, maar ook wel zielig, dus vroegen ze of ze een van de vissen terug mochten gooien om zijn leven te redden. De andere vis was al dood en bevroren, dus zijn leven konden ze niet meer redden. Na even twijfelen wilde de visser de kinderen graag een plezier doen, dus mochten ze de vis teruggooien, het hoogtepunt van de dag voor hen.

De volgende dag gingen we op tijd naar het strand. Het zou iets van 25 graden die dag worden en dat in combinatie de missende ozonlaag kan vrij gevaarlijk zijn voor de kinderen. Dus rond acht uur vertrokken we met boogieboarden naar het grote strand van Mangawhai Heads. Het strand wordt surf beach genoemd en dat is niet zonder reden, want de golven zijn daar geweldig om te surfen. Wij gingen daar echter niet surfen, maar boogieboarden in het water. Dat is meer surfen op een kleiner board, zonder op het board te gaan staan en alleen op de golven aan de kust. Ook gingen we boogieboarden van de zandduinen af. De zandduinen hier zijn daar echt geschikt voor, lekker hoog en steil.

Na dus een heerlijke ochtend op het strand en in de zee, kwam in de middag de vriend van de moeder naar het vakantiehuis en wilden de kinderen hem ook de rog laten zien. Echter toen we op de plek aankwamen waar de rog de dag ervoor was, was die er helaas niet meer. Op de weg ernaartoe hebben we wel een aantal flinke kwallen aangespoeld op het strand gezien en een vissengraat.

(de jongste met kwallen in het gras)

Na nog heel veel potjes verstoppertje en tikkertje met de kinderen, sloten we deze dag af met een barbecue. Ja hoor op de 22ste van december zaten wij daar te barbecueën. Dat voelde toch wel erg raar voor mij, maar leuk was het zeker!

De volgende dag in de ochtend gingen we weer naar het strand met de boogieboarden. Het was iets slechter weer dan de dag ervoor en de golven waren heviger, dus we mochten alleen het water in tussen twee geplaatste vlaggen, want daar waren lifeguards. Mijn hostmoeder is ook een lifeguard geweest, dus zij wist wel waar je wel en niet kan zwemmen en heeft mij ook een beetje de golven leren lezen. Er zijn hier in Nieuw Zeeland een hoop gevaarlijke stranden, jaarlijkse gaan er zo’n 100 mensen dood door verdrinking in Nieuw Zeeland en een veel hoger aantal wordt gered. Zo hebben de golven zijn voordelen en nadelen, maar wij hebben ons daar weer een ochtend heerlijk vermaakt.

De middag nam ik de kinderen mee naar een speeltuin in de buurt, zodat het even rustig in huis was voor de rest. Ze hebben zich hier drie uur vermaakt en goed ook, want toen we terug reden begonnen ze enorm uitgelaten te vertellen hoe leuk ze het vonden en hoe blij ze waren dat ik ze mee had genomen, altijd leuk om dat te horen :).

De volgende dag, de dag van kerstavond, toen ik de kinderen een uurtje alleen had, kwam de oma naar het vakantiehuis. We waren net verstoppertje aan het spelen, dus de oma kwam aan in een voor haar leeg huis. Echter toen de kinderen door hadden dat de oma er was, stormden ze naar haar toe, want ze wisten dat zij een deel van de kerstcadeaus had. Deze moesten ze echter direct onder de ‘kerstboom’ leggen, waar zich nu een flinke stapel verzamelde.

Daarna gingen we allemaal, op de oma na, naar een strand vanwaar we gingen paddleboarden. Tja je kunt niet genoeg watersporten doen als je zo dicht bij de zee zit. De kinderen mochten niet alleen, maar zij wisselden af om samen met hun moeder of haar vriend te gaan. Ondertussen was het tij aan het veranderen waar we aan het paddleboarden waren, dus er was een flinke stroming, wij hebben die ochtend onze armspieren dus goed verbetert.

De middag had ik afgesproken met mijn buurmeisje uit Auckland die samen met haar gezin die dag ook in Mangawhai Heads was aangekomen. Met haar heb ik de rest van de middag gespendeerd aan het strand. Jaja je hoort het goed, de dag voor kerstmis liggen we op het strand hier in Nieuw Zeeland. En wat ook bij de traditie hoort is een bbq op kerstavond en/of een van de avonden van de kerstdagen. Wij hadden echter die avond geen bbq, maar we hadden de twee dagen daarvoor al een bbq gehad. Wij hadden echter een gezellige maaltijd in de woonkamer, met alle ramen en deuren open en met uitzicht op de zee. En er stonden wat lekkere dingen op tafel zeg. De kinderen waren vooral van het toetje aan het genieten, want ze hadden pavlovataart en nog wat andere lekkere dingen gemaakt. Het was heel vreemd om kerstavond op deze manier te vieren, in plaats van met mijn eigen familie. Maar met de twee kids, de moeder, haar vriend en de oma hebben we er een gezellig avond van gemaakt.

(de kinderen hebben Christmas Crackers)

Kerstochtend is grootste chaos hier in Nieuw Zeeland. Zodra iedereen wakker is mogen de kinderen namelijk de cadeautjes onder de kerstboom open maken. Om 7 uur werd ik dus wakker geschud, omdat de kinderen niet langer meer konden wachten. Vol spanning zaten ze in de woonkamer beiden achter een berg van iets van zestien cadeautjes. En toen ze mochten beginnen met uitpakken, ontstond de chaos. Ook hingen er stockings met snoep en chocola, helaas niet boven de open haard want die was er niet, maar voor het raam. Ow ja en de avond ervoor hadden ze wat wortels voor de rendieren en een biertje voor de kerstman buiten gezet. Al met al een typisch Nieuw Zeelandse kerstochtend waarop niet alleen de kinderen maar ook de volwassenen lekker verwend werden.

De ochtend sloten we af met een goed kerstontbijt met overblijfselen van het toetje van kerstavond en pannenkoeken, maar dan op de Nieuw Zeelandse manier, dus klein en dik. Daarna kon ik mijn tas pakken en werd ik door de vriend mijn hostmom, via het huis in Auckland om nog wat spullen op te pikken, naar het huis van een vriendin gebracht. De volgende dag zou ik namelijk vanuit daar samen met haar (Lieke, een Nederlander) en een Duitse vriendin (Judi) vertrekken naar het Zuidereiland. Judi zou pas in de avond komen, omdat ze ook eerste kerstdag met haar hostfamilie ging vieren, maar aangezien de vriend van mijn hostmom al terug naar Auckland moest, was ik al in het begin van de middag bij Lieke. Haar hostfamilie was kerst aan het vieren in Wellington, dus we hadden het huis alleen om rustig alle spullen in te pakken. We wilden voornamelijk gaan kamperen op het Zuidereiland, dus we moesten aan tenten, grondzeilen, kookspullen en dat soort dingen denken. En ondertussen moest het allemaal niet te veel zijn, want we moesten het meekrijgen in het vliegtuig. De rest van onze eerste kerstdag hebben we gevuld met series kijken. ’s Avonds hadden we het probleem dat we eigenlijk niets in huis hadden om te koken en toen we op zoek naar een winkel gingen om iets te eten, bleek natuurlijk dat alles gesloten was. Zelfs toen we langs de McDonald’s liepen zagen we dat die gesloten was. Uiteindelijk bleek er een Subway open te zijn, omdat die in een tankstation zat, dus bestond ons avondeten op eerste kerstdag uit Subway, beste maaltijd op eerste kerstdag ever! ’s Avonds besloten we pannenkoeken te bakken voor het ontbijt van de dag erna, want brood hadden we ook niet. De volgende ochtend zouden we namelijk om half zes met de taxi worden opgehaald, dus zin om dan pannenkoeken te bakken hadden we niet.

Volgende dag na een ontbijt van overheerlijke pannenkoeken en nadat we de laatste kleine dingen hadden gepakt, kwam de taxi ons halen. Hij was wat te laat, dus even maakten wij ons zorgen dat er iets mis was gegaan met de boeking. Toen we in de taxi zaten, kwamen we er ook achter dat dit niet de taxi was die wij hadden geboekt, de hostfamilie van Lieke had ons namelijk een taxi aangeraden. Wij dus weer even in de stress, dus hebben we maar de taxichauffeur die ons op zou moeten halen gebeld. Bleek dus dat hij veel te laat was en dus weer een nieuwe taxi voor ons had geboekt. Wat een chaos op deze vroege ochtend, goed begin van de trip. Maar we bereikten het vliegveld en waren op tijd voor ons vliegtuig.

Na een vlucht van anderhalf uur, kwamen we aan in Nelson, een stad in het noordoosten van het Zuidereiland. Daar moesten we even wachten op onze vierde reisgenoot, Anja (ook een Duitser). Van haar hostouders mochten wij de auto lenen voor de trip, dus zij kwam ons van het vliegveld ophalen. In tegenstelling tot ons woont zij niet in Auckland, maar dichtbij Blenheim, een plaats in de buurt van Nelson op het Zuidereiland. We konden dus haar auto gebruiken, wat ook betekende dat zij de enige was die erin mocht rijden vanwege de verzekering. Zij heeft dus alles die twee weken gereden, wat uiteindelijk 3805 kilometer was. De auto was een niet zo grote volkswagen golf, dus even waren we bang dat al onze tassen er niet in zouden passen. Maar uiteindelijk, na flink proppen, paste het precies. De eerste stop was bij een winkel waar we een aantal spullen als een koelbox en picknick kleed gingen halen en daarna sloegen we een voorraad eten in en dat moest natuurlijk ook allemaal in de auto passen. Uiteindelijk resulteerde dit in een overvolle achterbak, twee mensen achterin die elkaar niet konden zien door de berg spullen tussen hen, de bijrijder met een paar tassen bij haar voeten en natuurlijk Anja zonder tassen om haar heen. Zo kon onze roadtrip echt beginnen!

Vanuit Nelson gingen we op weg naar het westen naar Golden Bay, dat ligt net boven Abel Tasman national park. Onderweg stopten we even om te lunchen in Motueka, hebben we een wandelingetje gemaakt naar Hawks lookout en daarna zijn we via Takaka doorgereden naar Golden Bay kiwi holiday park.

(eerste groepsfoto, bij Hawks Lookout)

Het grootste gedeelte van de weg was slingerend door de bergen. Erg vermoeiend voor Anja, maar toch erg leuk, want het was erg mooi om daar door de bergen te rijden. Op dat moment kwam het roadtrip gevoel helemaal naar boven, raampjes open, muziek aan en keihard meezingen, het is toch vrij rustig in de bergen. Aangekomen op de camping hebben we onze tent op gezet en zijn we de zee in gedoken om af te koelen, want het was flink warm. ’s Avonds hadden we een overheerlijke maaltijd voor op tweede kerstdag, namelijk pasta met rode saus. Tijdens het koken kwamen we er achter dat er nog een groep Nederlanders op de camping stond, dus daar maakten Lieke en ik even een praatje mee. Als je reist in Nieuw Zeeland kom je enorm veel Duitsers tegen, dus Anja en Judi gingen niet met elke Duitser die ze tegenkwamen een praatje maken. Nederlanders kwamen echter veel minder vaak voor, dus het was altijd wel bijzonder voor ons als we Nederlanders tegenkwamen. We sloten de dag af met het kaartspel jokeren dat Lieke aan Judi en mij had geleerd. En zo was deze tweede kerstdag en daarmee heel kerstmis in Nieuw Zeeland voorbij. Ik heb nog nooit zulk raar kerstmis meegemaakt, maar het was zeker een mooie ervaring!

Op dag twee van onze trip was ons einddoel voor die dag Westport, een plaats aan de westkust. We reden de weg door de bergen grotendeels weer terug. Onze eerste stop was bij de Te Waikoropupu Springs ('Pupu Springs'). Waar een bron was met super helder blauw water. Daar hebben we even rond gelopen, genietend van het lekkere weer en het geweldige uitzicht op het water. '

Onze volgende stop was in Tapawera waar we even gingen lunchen en plannen wat we verder die dag wilden doen. Redelijk op de weg waren twee meren waar we heen wilden, maar die zouden beter op de route liggen op de terugweg in twee weken. We zouden echter alleen die weg op de terugweg rijden als een andere weg afgesloten zou zijn. Aan de oostkust waren namelijk wat wegen dicht vanwege de aardbeving van november. Er bestond echter een kans dat die wegen open zouden zijn zodra wij daar zouden komen en dan hoefden we niet om te rijden. We zouden dan echter niet dichtbij de twee meren komen, maar de kans dat de wegen open zouden gaan, was eigenlijk heel klein. Toch besloten we om alvast naar een van de twee meren te gaan, namelijk Lake Rotoroa.

Echter vanaf het moment dat we uit de auto stapten en we een paar meter hadden gelopen, werden overladen door zandvliegen (bloedetende vliegen die jeukende bultjes op je lichaam achterlaten). Dus na snel even van het uitzicht te hebben genoten en wat foto’s te hebben gemaakt, sprintten we allemaal de auto weer in. Daarna reden we met onze ramen open weg, om alle vliegen die de auto binnen gedrongen waren, naar buiten te jagen, wat zijn dat nare beesten zeg. Zodra we uit de ‘gevaarlijke’ zone waren, zijn we gestopt en hebben we de rest van de zandvliegen de auto uitgejaagd. Na dit onaangename avontuur, zijn we doorgereden naar de volgende stop de Buller Gorge Swingbridge. De langste swingbridge van Nieuw Zeeland, 110 meter lang en 17 meter boven de Buller River. Anja bleef in de auto, omdat ze de brug al een keer had belopen, dus ging ze daar even een dutje doen. Samen met Lieke en Judi liep ik dus naar de overkant, waar we even langs de rivier hebben gelopen, naar de White Creek fault line (het episch centrum van de aardbeving uit 1929 in Murchison) en door het bos naar oude hutten en restanten van gereedschap van goudmijnwerkers van vroeger.

Daarna reden we door naar Westport op zoek naar een plaats om te slapen. Omdat het keihard regende, zagen we het niet zo voor ons om in de tent te slapen, die was namelijk niet 100% waterproof, dus wilden we op een camping in een van de huisjes slapen. Echter was alles compleet volgeboekt, ze hadden alleen nog een paar tentplaatsen. Ook dachten ze dat alle hostels in de stad volgeboekt waren, maar om zeker te zijn wilden zij ze wel voor ons bellen. Bij de eerste twee hadden we pech, maar het derde hostel dat ze belden, genaamd Bazil’s Hostel, had nog wat plekken vrij. De mensen van de camping zeiden tegen de man van het hostel dat er vier meiden aankwamen, dus hield hij die plekken voor ons vrij. En een beter hostel konden wij ons op dat moment niet wensen. Het hostel zelf zag er heel gaaf uit en het had alle voorzieningen. Ook hadden wij een zes persoonskamer voor ons vieren. Totdat er een paar uur later een jongen uit Zweden binnenkwam die een van de bedden in onze kamer had. Ach helemaal prima, zo konden wij even wat verhalen uitwisselen en hij gaf ons nog een paar tips voor de rest van onze trip. Ook hadden we even aan de baas van het hostel gevraagd wat er in de buurt te doen was. Hij begon met surflessen, helaas hadden we daar geen tijd voor, maar hij liet ons ook nog een paar andere dingen zien wat we konden bezoeken. Dus met dat als inspiratie begonnen we de avond naast flink wat kaarspellen spelen, een beetje een plan uit te zetten wat we de volgende dagen wilden doen en waar we welke dag ongeveer wilden overnachten. We wilden zeer flexibel blijven, want je weet nooit wat je onderweg tegenkomt, maar een beetje een plan wilden we wel hebben. Zo wisten we dat we met oud en nieuw bij Queenstown wilden zijn en aangezien heel Nieuw Zeeland dat wilt, zou het daar aardig druk worden. Daarom wilden we er minstens al de dertigste zijn, omdat we nog geen slaapplaats hadden. Toen andere mensen dat hoorden verklaarden ze ons voor gek, want iedereen zei dat we nooit meer een slaapplaats zouden krijgen. Ach we zouden wel zien en wij zijn nog jong dus een nachtje in de auto zouden we ook wel kunnen overleven. Gelukkig genoten we die nacht nog van echte bedden.

Nu was dag drie van de roadtrip aangebroken. Lieke en ik hadden de dag ervoor een foto van een gave waterval gezien in het hostel, dus hadden we de eigenaar gevraagd waar dat was. Dat was onze eerste stop die dag. In plaats van naar het zuiden, waar we die dag heen zouden rijden, reden we eerst naar het noorden voor de waterval. De waterval was onderdeel van de Charming Creek Walkway. Er stonden een paar borden waarop aangegeven stond waar het was, maar het was niet zo heel duidelijk. We wisten in ieder geval dat we naar Seddonville moesten rijden, want dat had de hoteleigenaar gezegd. Na veel grindwegen kwamen we aan bij een gebouw wat ook een soort van hostel was. Dit leek naar ons idee wel de juiste plek volgens de omschrijving van de hostel eigenaar. Binnen gingen we even vragen waar we heen moesten en toen zeiden ze dit niet de juiste plek was, maar dat we wat zuidelijker moesten zijn. Dus wij die hele grindweg weer terugrijden en naar de volgende grindweg. Daar zagen wij weer borden staan, dus wisten dat we juist zaten. Nou is het mooie dat het hier is toegestaan om 100 km/u te rijden op de grindwegen want eigenlijk op alle wegen buiten steden en dorpen mag dat, harder mag trouwens niet. Echter door alle grind en de enorm veel bochten, wil je niet harder dan iets van 30km/u rijden, dat gaat dus niet heel snel. Uiteindelijk bereikten we het begin van de wandeling rond elf uur, terwijl we rond half tien waren vertrokken vanuit Westport en maar iets van 50 minuten rijden zou moeten zijn. Ach ja, we waren er en daar ging het om. De eigenaar van de hostel had gezegd dat het ongeveer een uur heen en een uur terug zou zijn, dus dat was wel te doen. De weg ernaartoe was ook erg leuk, had hij gezegd. Echter toen we eenmaal begonnen te lopen was het niet zo spectaculair en na iets meer dan een half uur vroegen we aan mensen die van de andere kant kwamen, hoe lang het nog naar de waterval was. Wij verwachtten natuurlijk een half uur als antwoord, deze mensen zeiden echter iets meer dan anderhalf uur. Bleek dus dat de totale walkway 6 uur was (heen en terug) en dat we blijkbaar aan de verkeerde kant waren begonnen waardoor de waterval niet een uur heen was, maar twee. Aangezien het al bijna lunchtijd was en wij geen lunch hadden meegenomen omdat we uitgingen van een twee uur durende wandeling en een vier uur durende wandeling te lang zou zijn met wat we verder nog wilden doen, besloten we om, nadat we nog een stukje verder hadden gelopen, om te keren. Nou dit was me een succes… Ach we zijn in Nieuw Zeeland er hier zijn nog veel meer mooie watervallen, dus zo erg was het niet. En ondanks dat de wandeling niet super mooi was, was het wel gezellig.

Eenmaal bij de auto aangekomen, na de lunch, gingen we weer terug naar Westport en reden we door naar Cape Foulwind. We zijn daar naar de vuurtoren gelopen en naar een kolonie zeehonden. Op de rotsen lagen echt een hoop zeehonden met baby’s.

Daarna reden we door naar de Punakaiki. Deze hele weg langs de westkust is direct naast de zee. En deze dag was het ook nog eens een erg zonnige, wat prachtige uitzichten opleverde. Een paar keer zijn we dan ook gestopt om van het uitzicht te genieten.

Eenmaal in Punakaiki aangekomen gingen we daar naar de Pancake Rocks. Hier was het flink druk. De gehele weg langs de westkust kom je eigenlijk niet zoveel mensen tegen, het is best uitgestorven als je daar rijdt, maar eenmaal bij zo’n toeristische attractie is het een drukte van belang. Maar dat kan ik me ook wel voorstellen, want de Pancake Rocks zijn erg gaaf om te zien. Wij waren er met vloed, wat nog spectaculairder is dan met eb, want met vloed is het water zo hoog dat het met veel geweld door de rosten komt. Dit leverde spectaculaire beelden op!

Daarna reden we door naar Greymouth waar we even inkopen gingen doen. De volgende stop was bij Glow Worm Dell in Hokitika.

Helaas waren we hier toen het nog licht was, dus veel zagen we niet. Heel langzaam aan begon het wel al te schemeren, maar we moesten door. Dus besloten we het begin van de schemering even verder bij een sunsetpoint te kijken. Hier stond ook een oude boot. Na even van het uitzicht te hebben genoten en een fotoshoot op de boot, reden we weer verder, met nog een beetje daglicht.

Na een korte pauze in Harihari zagen wij even verder bergen met sneeuw. Het was de eerste sneeuw die wij sinds tijden hadden gezien, want het is hier natuurlijk zomer. Dus we stopte even langs de kant van de weg om wat foto’s te maken. Omdat de state highway toch uitgestorven was en je naar beide kanten heel ver kon kijken, besloten we even wat energie kwijt te raken door rond te rennen en wat sprongen te maken op de weg. Dat gaf en erg gek gevoel, omdat we omringt waren door geweldige bergen, er niemand in de wijde omgeving te bekennen was, maar we in principe midden op een snelweg stonden. Wij voelden ons vier kleine mensen in the middle of nowhere.

(eerste sneeuw!)

Het begon al later te worden, dus we wilden op zoek naar een camping. Het doel was ergens in de buurt van de Franz Josef gletsjer, want daar wilden we de volgende dag heen. We wisten dat er iets eerder een DOC camping zou zijn. Door heel Nieuw Zeeland zijn DOC campings verspreidt. Deze zijn gerangschikt van basic (gratis met alleen een toilet en water dat je niet kan drinken, als je geluk hebt zit je aan een meertje als douche, maar dat betekend ook dat er zandvliegen zijn) tot serviced campsites (18 dollars, toilets, drinkwater, warme douches, keuken en afvalbakken). En je hebt nog drie andere die daar tussenin zitten. Op zulke campings is bijna altijd wel plek en het is erg gemakkelijk als je weet dat je altijd laat aankomt. Dat was deze dag ook het geval, want het was al donker en we konden de camping eigenlijk niet vinden. Het zou er een aan een meer zijn, dus een beetje bang voor de zandvliegen waren we wel, maar het was beter dan niets. Na een tijd rondgedwaald te hebben kwamen we aan in Okarito Lagoon en daar hadden ze een camping! Het was niet de camping die we zochten, want er was geen meer te bekennen, maar we konden de tent op een veld naast de camping opzetten en de camping had een beschutte keuken, dus wij waren gelukkig. Uiteindelijk om tien uur zaten we dan aan ons avondeten. Toevallig waren er op dat moment ook drie Duitse jongens in de keuken en een daarvan kende Anja van een feest uit Duitsland, wat is het toch een kleine wereld.

De volgende dag, dag vier van onze trip, werd ik wakker omdat de andere meiden zeer druk in de tent bezig waren. Wat bleek, wij dachten geen last te zullen hebben van de zandvliegen, omdat we niet naast water zaten, maar de gehele buitentent zat onder de zandvliegen. Lieke had zichzelf helemaal ingepakt met een jas, sjaal, muts enzo, omdat ze de buitentent van de binnentent wilde halen, maar niet gestoken wilde worden. Zodra de buitentent weg was, was ook de helft van de zandvliegen weg. In recordtempo hebben we daarna ook de rest van de tent afgebroken en opgeruimd en daarna zijn we weggereden.

Ontbijten tussen de zandvliegen zagen we niet zo zitten, dus gingen we ontbijten in Franz Josef, met een geweldig uitzicht op de bergen.

Daarna hebben we even door Franz Josef gelopen, waarna we besloten om de wandeling naar de Franz Josef gletsjer te maken. Het was een wandeling van anderhalf uur return, waarbij je op zijn dichts 750 meter van de gletsjer vandaan kon zijn. Deze tijd en het aantal meter veranderen ze elke dag, want door de jaren heen veranderd te gletsjer veel. Er stond een foto van hoe de gletsjer er in 2008 uitzag, en daarop zie je dat de gletsjer een heel stuk dichterbij was, eigenlijk heel erg zonde.

Je kunt nu ook nauwelijks de gletsjer te voet bereiken, maar eigenlijk alle tours zijn met de helikopter.

Daarna reden we naar Fox Glacier en daar hebben we ook de wandeling naar de gletsjer gemaakt. Dit was een uur return en dan stond je 450 meter van de gletsjer vandaan. Ook hier kon je de gletsjer eigenlijk alleen maar met de helikopter bereiken. Heel raar om te bedenken dat mijn ouders in 1993 daar wel naartoe zijn gelopen en dat ze toen eigenlijk een hele andere gletsjer hebben gezien. Echter waren de gletsjers nog steeds heel mooi en ook de weg ernaartoe was gaaf om te lopen. Ik had al twee keer in mijn leven een gletsjers gezien en op ze gelopen. Je zag veel overeenkomsten in het beeld van de gletsjer en de omgeving, maar toch heeft elke gletsjer wel iets unieks en was het ook gaaf om deze twee te zien!

Na de gletsjers reden we door naar Matheson Lake, het beroemde ‘mirror lake’. Helaas was er niets te zien toen wij er waren, want bij het kleinste beetje wind is er stroming in het water wat ervoor zorgt dat er geen spiegel is te zien. De grootste kans op het beste resultaat heb je bij zonsopgang of ondergang, dan kan je een perfecte weerspiegeling van de twee hoogste bergen, Mount Cook en Mount Tasman, in het water zien. Wij konden zelfs niet eens te toppen van de bergen in het echt zien, laat staan de weerspiegeling in het water. Maar het was leuk om daar ook geweest te zijn.

Na daar een beetje te hebben rondgelopen zijn we weer verder gereden naar het zuiden. Even voor Haast hebben we even pauze gehouden bij Knight points Lookout. Hier waren echter zoveel zandvliegen dat we al snel de auto in zijn gevlucht en zijn doorgereden.

Daarna reden we via Haast naar Makaroa om daar een camping te zoeken. Onderweg zijn we nog een paar keer gestopt en uitgestapt bij wat uitzichtpunten op geweldige bergen en bij de fantail falls.

Het was een weg die slingerend door de meest geweldige natuur ging en ondanks dat het al laat werd en we geen geplande slaapplaats hadden, was het zeker een genot om daar te rijden. Iets voor Makaroa vonden we een kleine camping, die voor maar 13 dollar per persoon precies voldeed aan alles wat we nodig hadden. Het was een camping, café en tankstation ineen, genaamd Makaroa country café, gerund door een echtpaar. We konden onze tent in, wat voor ons leek, hun achtertuin opzetten en de camping zelf lag midden in de bergen waardoor je het gevoel had dat je met je tent in the middle of nowhere in de bergen aan het kamperen was. Verder hadden we beschikking tot een keuken, heerlijke warme douches en toiletten enzo. De mensen waren zelf ook heel aardig en toen ze hoorden dat we nog geen camping of hostel hadden voor in Queenstown tijdens nieuwe jaar, begonnen super bezorgd tips te geven. Ze gaven ons drie campings in de buurt van Queenstown waarvan ze zeiden dat we daar eigenlijk nog de enigste kans hadden op een plek. Ook zeiden ze dat we echt een concreter plan voor de volgende dagen moesten maken, omdat het zo druk zou worden rond Queenstown en dat plan wilden ze graag horen voordat we de volgende dag verder gingen. Zo zouden ze eventueel nog wat tips aan ons plan toe kunnen voegen. Tijdens het koken waren daar ook twee andere Duitsers die precies de andere kant op gingen, dus met hen hebben we redelijk wat verhalen uitgewisseld en elkaar tips gegeven over wat zeker de moeite waard is om wel of niet te zien.

Dan de volgende dag werden we heerlijk wakker in de bergen. Het eerste wat we zagen toen we de tent uitkwamen, was de zon die net boven de bergen uitkomt, een strakblauwe lucht en beetje sneeuw en we voelden een zeer zomerse temperatuur. Beter wakker worden kan eigenlijk niet.

Nadat we de aardige mensen van de camping gedag hebben gezegd en we hen enorm hebben bedankt voor hun hulp, reden we een stukje terug op de highway naar de Blue Pools. De dag ervoor was het te laat om daar nog heen te gaan, maar we wilden ze wel graag zien. En het was het waard ook, want wat zag het er geweldig mooi uit.

Na deze stop gingen we door naar Wanaka. Om daar vanuit Makaroa te komen, rijd je langs twee meren. Dit waren Lake Wanaka en Lake Hawea. Deze dag was het een super mooie dag, dus deze meren lagen er geweldig. Een keer stoppen langs de weg, om even wat foto’s te maken, konden we dus ook niet weerstaan.

Eenmaal in Wanaka aangekomen wilden we gewoon even wat boodschappen doen. Dat ‘gewoon’ echter paste niet zo goed bij de situatie, want was wat het daar enorm druk. Iedereen die van het noorden naar Queenstown ging, kwam door Wanaka. Ook was er tussen Queenstown en Wanka een festival tijdens die dagen waar veel mensen naar toe gingen. Aan het meer in Wanaka hebben we even geluncht voordat we verder gingen richting Queenstown.

Na twee uur weer door prachtige bergen te hebben gereden, kwamen we dan in Queenstown op de camping aan, zonder verkeer had dit in een uur en 20 minuten gekund. Onderweg hebben we nog een kwartiertje gestopt bij een Chain Bay, waar we een geweldig uitzicht over de bergen hadden, en heel in de verte konden we Queenstown zien liggen.

De camping waar we heen wilden, die de mevrouw van de afgelopen camping had doorgegeven, lag ongeveer een kwartier van Queenstown vandaan in de richting van Glenorchy. Het was weer en DOC camping aan, nu aan Lake Wakatipu met alleen een klein toiletgebouw. Dit was echter onze enige kans op een campingplaats. Gelukkig waren er nog een paar plaatsen vrij, dus konden wij onze tent opzetten. Er was nog een vrij lege plaats op een best wel perfecte plek op de camping, alleen stond er een jongen die een plek vrijhield voor wat vrienden van hen. Onze tent was echter niet zo groot, dus konden wij hem joinen op die plek. Hij vertelde dat hij hier vorig jaar ook was geweest met nieuw jaar en dat toen rond de tijd dat wij nu waren aangekomen eigenlijk alle goede plekken al vol waren. We hadden dus enorm geluk gehad met de plek!

Na het uitpakken en opzetten van de tent, waarbij we flink wat haringen hebben krom geslagen omdat de grond zo hard was, gingen we Queenstown in. We wilden een booking doen voor een trip naar Milford Sound voor de volgende dag. Nadat we de trip hadden geboekt hebben we even in Queenstown rondgewandeld door de Queenstown Gardens enzo en een ijsje gehaald bij de bekende Ferg ijszaak. Queenstown is een stadje midden tussen de bergen met een strand aan het meer, wat alles bij elkaar echt een geweldig beeld geeft. Ook was het een super mooie dag, dus genoten hebben we zeker.

Later terug op de camping waren de vrienden van de buurjongen gekomen, dus hebben we daar even wat verhalen mee uitgewisseld het was een hele gezellige groep. Na weer even te hebben gekaart, de hele vakantie speelden we jokeren en we hielden de score bij want de winnaar zou een klein cadeautje krijgen, zijn we niet al te laat gaan slapen want de volgende dag moesten we om half zes opstaan.

Nadat we de volgende dag om half zes waren opgestaan en een snel ontbijt in de auto (ja hoor ook hier waren de zandvliegen weer gezellig aanwezig, gingen we op weg naar Queenstown. Vanuit daar hadden we met Real Journeys de trip naar Milford Sound. Wij hadden de auto net iets uit het centrum geparkeerd, want daar was het gratis parkeren. Het was goed dat wij ’s ochtends al de auto moesten parkeren, want die avond met nieuw jaar zou alles compleet vol staan. En om midden in de nacht nog heel ver naar de auto te moeten lopen, hadden we geen zin in. Het was vier uur rijden (zonder te stoppen) van Queenstown naar Milford sound. Wij gingen echter met de bus van Real Journeys en die bus stopte onderweg nog een paar keer op uitzichtpunten en in interessante dorpjes. De eerste stop na Queenstown was in Garston, dit is het dorpje dat het verst van alle zeeën ligt rond Nieuw Zeeland (most inland settlement). Daarna stopten we in Te Anau, waar we een best wel lange stop hadden. Te Anau is een soort van het toegangsstadje tot Milford Sound. Hier kwamen ook wat meer mensen in de bus, omdat de officiele trip vanaf hier begon.

Toen we hier uiteindelijk vertrokken ware we al drie uur onderweg. De volgende stop was bij een mirror lake.Het was echter aan het regenen, dus ook hier konden we niets zien.

Het weer werd trouwens steeds slechter, dus we waren een beetje bang dat we in Milford Sounds niets zouden gaan zien, want er was veel mist. Daarna hadden we nog een stop bij Knobs Flat en bij een veld vol lupines. Maar de helft van de mensen in de bus ging daar naar buiten omdat het zo aan het regenen was.

De bus had echter een glazen dak en natuurlijk normale ramen, dus vanuit de bus kon je ook wel veel zien.

Verder hadden we nog een stop bij Monkey Creek, waar we een Kea op de weg tegenkwamen. Deze papegaai was totaal niet bang voor mensen.

Na zo’n 270 kilometer te hebben gereden, kwamen we aan bij de Homer Tunnel. Van te voren hadden we al door geweldige bergen gereden met hier en daar een mooie waterval die naar beneden kwam donderen en iedereen was aan het genieten van het uitzicht, maar zodra we deze tunnel uitkwamen, konden wij onze ogen niet geloven. We dachten dat we al veel watervallen hadden gezien, maar waar we nu uitkwamen wordt ook niet voor niets ‘the valley of a thousand waterfalls’ genoemd, want dat was te zien. Een dal vol met geweldige watervallen, en omdat het regende waren er alleen maar meer watervallen dan normaal.

Vanaf het begin van de dal was het nog 18 kilometer langs watervallen naar Milford Sound. Daar aangekomen hadden we weer even een pauze en daarna gingen we een mega zeilboot op. We stonden eerst buiten onder een overkapping, want het regende flink. Echter als je binnen ging zitten kon je totaal niets zien en als je eenmaal door Milford Sound heenvoer moet je er ook iets van meekrijgen. Wij dachten dat we gewoon pech hadden met de dag, voornamelijk regen en alleen maar grijze wolken en mist. Echter de man die op de boot informatie gaf (hij heette Forrest wat wel hilarisch was omdat hij ook vertelde over de bossen in de omgeving), zei dat het een perfecte dag was. Het begon inderdaad grijs, mistig en regenachtig, maar de mist verdween langzaam dus we konden wel veel zien. De regen hield af en toe ook even op, het was niet aan het stormen en dit zorgde er alleen maar voor dat wij veel meer watervallen dan normaal konden zien. We zagen natuurlijk de permanente watervallen als Stirling Falls en Lady Bowen Falls, maar omdat het zo regende zagen we er nog honderden meer en was ook een van de hoogste watervallen van Nieuw Zeeland te zien (een ruime 700 meter). Forrest vertelde dat de beste manier om deze waterval te zien was door achterwaarts over de reling te hangen en dan van onderen omhoog naar de waterval te kijken. Natuurlijk moesten wij dat ook even proberen en dat gaf een geweldig beeld! We voeren ook een stukje het fjord uit, de Tasman zee op. Wij stonden op het tweede dek helemaal vooraan en dit was echt een geweldige plek om te staan toen de boot met heel veel vaart over de enorme golven ging. Op de terugweg hebben we ook nog zeehonden gezien en een aantal keer is de boot half in een waterval gevaren, zodat we niet alleen de watervallen konden zien, maar ook voelen. Ach nat waren we toch al door de regen, dus dat deerde niet. Vooral Lieke en ik hebben het langst van iedereen op de buiten gestaan, tja wij als echte Nederlanders zijn wel wat regen gewend. Dit gedeelte van Nieuw Zeeland, Fiordland en met name Milford Sound is ook het natste gebied van Nieuw Zeeland met per jaar gemiddelde 6,5 duizend millimeter regen, nou dat hebben we gevoeld.

Na deze geweldige boottoer van ongeveer twee en een half uur, gingen we weer terug naar de bus en op weg naar Queenstown. We hadden nu maar een stop onderweg, alleen in Te Anau om wat mensen af te zetten. Nou dat was het plan de buschauffeur eigenlijk, maar helaas was er onderweg een ongeluk gebeurd, waardoor we een half uur stil stonden, toen konden we ook de bus uit. Toen we even later langs de plek van het ongeluk reden, zagen we een auto op de kop, in de bosjes aan de andere kant van het hek dat de weg en de bosjes van elkaar scheidt, liggen. Daar was iets goed mis gegaan. De buschauffeur vertelde dat haast niemand zo’n ongeluk overleeft en dat dit heel simpel kan gebeuren als je te hard door de bochten gaat, even een extra waarschuwing dat je hier met deze gekke wegen echt moet oppassen met rijden. Uiteindelijk kwamen we iets na half 9 in Queenstown aan en moesten we nog avondeten. In Nieuw Zeeland staat Queenstown bekend om zijn Ferg burger en eigenlijk wilden wij die ook wel proberen (Judi en ik dan de vegetarische versie). Deze burger is echter zo bekend, dat er altijd een enorme rij staat. Ook moesten wij nog terug naar de auto om wat spullen weg te leggen die we die avond niet nodig zouden hebben. Dus besloten we dat Lieke en ik naar de auto gingen lopen, terwijl Anja en Judi in de rij gingen staan en de burgers gingen bestellen. Toen Lieke en ik rond kwart voor tien terugkwamen, waren de burgers al besteld, maar werden ze nog gemaakt. Om tien uur konden we dan eindelijk genieten van deze burger waar Anja en Judi een uur voor in de rij hadden gestaan. De burger was wel erg lekker, maar we hadden ook wel enorme honger.

Daarna zijn we naar het strand aan Lake Wakatipu, van waar we het vuurwerk met Nieuw Jaar wilden zien. Volgens veel Nieuw Zeelanders is Queenstown ‘the place to be’ met oud en nieuw. Het is in principe gewoon een grote party. Om ook het centrum in te komen moet je door een tassencontrole, want ze zijn enorm strikt met alcohol, 24 uur alcohol ban. Ook mag je zelf geen vuurwerk afsteken, maar zou er een vuurwerkshow boven het meer worden gegeven. Wij zaten dus op strand met perfect uitzicht op het meer en achter ons stond een DJ er een groot feest van te maken. Anja had contact met wat meiden van onze oriëntatie die ook in Queenstown waren, dus die kwamen even later bij ons zitten. Al vrij snel kon het aftellen beginnen. Er hing een grote klok boven de kade, dus met iedereen in Queenstown telden we af. Op dat moment verwachtten wij een grote vuurwerk show en ja, er was vuurwerk en het was mooi, maar na vijf minuten was het afgelopen en dat was al het vuurwerk voor de hele avond. Ik hoorde later dat het in Auckland zelfs maar iets van drie minuten was, dat viel wel flink tegen. Iedereen wenste elkaar een gelukkig nieuw jaar, ook een hoop vreemde mensen, maar dat was alleen maar gezellig. Ondertussen moesten de mensen in Nederland nog twaalf uur wachten tot 2017, dus ik kon alvast vertellen hoe 2017 eruit zag. Omdat we op het strand waren, waren er veel mensen die het leuk vonden om een nieuwjaarsduik te doen. Wij hebben erg genoten van mensen die spontaan het water ingingen of het water door vrienden werden ingeduwd. Daarna hadden we een erg gezellige avond in het feestende Queenstown met allemaal optredens in de stad. Op een bepaalde manier voelde het totaal niet als nieuwjaar, maar meer als een groot zomerfeest, want iedereen liep natuurlijk de hele nacht met super zomerse kleren, het was gewoon twintig graden. Het was zeker wel een hele bijzondere manier om het nieuwe jaar in te gaan, eentje die ik nooit zal vergeten!

Wat we de eerste dagen in 2017 de rest van de trip hebben gedaan komt in mijn volgende update, want deze update is al ontzettend lang en meer tekst in een update wil ik jullie niet aandoen. Ik hoop snel de rest van de reis naar het Zuidereiland erop te zetten, maar ik had ook verwacht dat ik deze update eerder dan bijna twee maanden na dato, dus je weet maar nooit :).


Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active